Extra training voor start rijseizoen is geen overbodige luxe: ’Een motorrijder gaat vallen of is al eens gevallen’
Cees Beemster
De Goorn Ogenschijnlijk soepel sturen de leden van de Motorclub West-Friesland hun gemotoriseerde tweewielers langs de uitgezette pilonnen. Een extra training bij verkeersschool Hoek Bouma in De Goorn om de komende negen maanden weer veilig op weg te kunnen.
Elk jaar gebeuren er volgens de Hoornse voorzitter Tjitze van Rijssel van de motorclub bij de start van het motorseizoen ongelukken met motorrijders. Na de winterstop is het weer even wennen. Om de rijders scherp te krijgen zodat ze verantwoord rijden is de trainingsochtend voor deze zaterdag georganiseerd.
De leden van de club die meedoen zijn louter zestigplussers die hun trotse blinkende gevaartes laten slalommen, rondjes maken en keren zonder hun voeten te gebruiken. Zoals Michel Sijmonsbergen uit Hoorn met zijn BMW GS Adventure. ,,De meest verkochte motor in Europa’’, vertelt hij. ,,Je verleert het motorrijden nooit, maar deze training is goed want alles wat je vaker doet gaat beter. Het gaat vandaag om de puntjes op de i.’’
Voor je kijken
Ze rijden twaalf toertochten per jaar in Nederland en nog enkele in Duitsland, de Ardennen en Luxemburg. ,,Niet in de regen en de kou hoor. Het moet wel leuk blijven’’, zegt Sijmonsbergen. Hij wijst op zijn kompanen die juist een noodstop oefenen. ,,We hebben abs op de motor, net als in auto’s. Dat werkt fantastisch. Het belangrijkste van motorrijden is dat je niet te laag naar beneden kijkt maar ver voor je uit kijkt zodat je alles op tijd goed ziet.’’
Kees Vriend uit De Goorn weet er alles van. ,,Ik vloog vorig jaar achterop een auto en brak mijn rug op twee plekken. Daarom doe ik het nu even rustiger aan. Ik rij wel weer motor hoor, maar vandaag maak ik alleen foto’s. Ik zag die auto bij het ongeluk te laat. Dat was op een slingerweg bij Slootdorp.’’ Goed kijken is zeker op onoverzichtelijke wegen cruciaal.
Haakse bocht
Vriend is volgens voorzitter Van Rijssel bepaald niet de enige motorrijder die dit aan den lijve heeft ondervonden. ,,Mijn instructeur zei tegen mij dat er twee soorten motorrijders zijn. Motorrijders die gaan vallen en motorrijders die al eens zijn gevallen. En zo is het. Zelf schatte ik eens een bocht compleet verkeerd in. Ik dacht dat ik met honderd per uur door een vloeiende bocht kon rijden, maar dat bleek een haakse bocht. Dus raakte ik van de weg in het gras. Ik had verder voor me moeten kijken.’’
Ook een noodstop die Van Rijssel voor de Coentunnels moest maken, omdat in de tunnel een ongeluk was gebeurd, liep fout af. Ook toen kwam hij ten val. Ernstige verwondingen hield hij aan zijn valpartijen niet over. ,,Goede motorkleding is belangrijk’’, benadrukt hij. ,,Ik zag gisteren toen het mooi werd iemand op een shirtje op de motor. Dat kan alleen zolang het goed gaat.’’
Tijdens de toertochten kan er weinig fout gaan door de relatief lage snelheid van zestig-zeventig kilometer per uur waarmee de rijders elkaar volgen. ,,Een noodstop maak je niet snel, maar je moet wel snel kunnen uitwijken als iemand bijvoorbeeld het portier van zijn stilstaande auto open heeft staan.’’ Dus oefent Van Rijssel vandaag zelf ook de noodstop. ,,Dat ging lekker, na een paar keer’’, zegt hij na afloop. ,,Voor mij is het belangrijkste van deze dag dat ik scherp word. Ik kan iets verkeerd inschatten, al kan het ook zijn dat een ander mij niet ziet.’’
Eerst anti-motor
Misschien wel de meest ervaren verkeersdeelnemer die meedoet, is Arnold Sanders uit Spierdijk. Hij is 42 jaar lang vrachtwagenchauffeur geweest. Hoewel met de vut rijdt hij nog een paar dagen in de week op een personenbus. Ook heeft hij een camper en rijdt hij inmiddels zeventien jaar motor. ,,Ik was eerst anti-motor’’, vertelt hij. ,,Toen ik vijftig werd, gaf mijn vrouw - die al motor reed - mij een motorrijles cadeau.’’
Nu geniet hij van het motorrijden op zijn Honda. De training die instructeurs Alfred de Boer en Richard Spigt vandaag geven, vindt ook hij beslist niet overbodig. ,,Je leert er wel wat van’’, zegt Sanders. Hij is naar eigen zeggen een rustige motorrijder, maar ziet op de weg dat dit niet voor iedere coureur geldt. ,,De één rijdt keurig, maar de ander speelt met zijn leven. Die haalt in waar het niet kan of gooit bij het stoplicht nog even snel zijn motor voor jouw auto.’’
Steeds meer motors
Rijscholen krijgen het steeds drukker met mensen die motor willen rijden. Dit merken ze niet alleen bij Hoek Bouma in De Goorn. Niet alleen ouderen rijden vaker motor; de laatste jaren kiezen ook opvallend veel jongeren voor de motor als vervoermiddel. Begin 2024 stonden er volgens het CBS ruim 703.000 motorfietsen geregistreerd in Nederland. Dit is bijna negen procent meer dan vijf jaar eerder.